De woorden waren gemaakt in Helvetica, een Zwitsers lettertype uit de late jaren ’50, ontworpen voor zijn neutraliteit en helderheid.
In de vier drukkleuren – Cyaan, Magenta, Geel en Zwart – verwees het naar wijdverspreide distributie. In het nieuwe vocabulaire van Pitteloud werd de elite een utopie: Elitopia. In het woord Glamoglobality verwerd de jetset tot een houding die toerisme voor de rijken als wereldbeeld zag. Bij Narcynism nam het egoïstische individu cynisme als leidraad boven solidariteit. Introspeculation maakte het zelfbeeld tot een waarde om op te speculeren voor winst.


Ondanks het feit dat deze termen nog niet in het woordenboek stonden, beschreven ze op een accurate manier de toenmalige tijd, niet alleen specifiek die van de kunst, maar ook de context van politiek en economie. De woorden konden gerelateerd worden aan een tijd waarin de kunstenaar veelal werd gezien in termen van marketing en de geglobaliseerde 21e eeuw zelfs kon worden beschouwd als de century of the self.
Dit werk kwam initieel tot stand in opdracht van en in coproductie met de 1ste Riga Biënnale voor Hedendaagse Kunst, 2 juni – 28 oktober 2018.


Credits and references
Beeld: Gert Jan van Rooij