De Werfers | Lies Aris

In de nieuwe rubriek De Werfers ga ik op zoek naar bijzondere verhalen van alle werf-gangers: van gebruikers tot bezoekers tot creatievelingen en alles daar tussenin. Ik ben nieuwsgierig naar wat hen beweegt om hier te komen: de één gebruikt het terrein bijvoorbeeld als wandelpad na een lange werkdag, de ander wellicht als inspiratiebron voor een nieuw kunstwerk. Het doel is om aan het eind van deze rubriek een beeld te schetsen van wie de werfers zijn en al hun verschillende manieren in het gebruiken van de publieke ruimte. In dit kader ga ik voor deze eerste editie in gesprek met Lies Aris, een kunstenaar met veel verschillende petten op die tegenwoordig resideert in het Treehouse op de werf. 

Lies Aris wilde als kind het liefst kassajuffrouw worden, maar is uiteindelijk terecht gekomen in de kunstwereld. Ze is ooit begonnen als beeldhouwer in ruw materiaal; grof werk met veel boren en hakken. Later stortte ze zich op de schrijfkunst, maar haar fascinatie met beelden (tastbaar of niet) is altijd gebleven. Naast kunstenaar en schrijver is ze ook docent, copywriter en moeder. Vanuit haar atelier Storyshop bedenkt en maakt zij haar verhalen. Dit was ook de plek waar ik haar vroeg over haar ervaringen als kunstenaar op de werf. Terwijl ik een kopje gemberthee aangereikt krijg op een antiek, met gouden randen bezette kop en schoteltje, begint Aris te vertellen over zichzelf en haar associatie met de werf. 

“Eigenlijk is mijn bestaan het schrijversbestaan, maar ik schrijf in samenwerking met beeld. Elke scène die ik in mijn hoofd heb, schilder of teken ik eerst en vanuit dat beeld schrijf ik eigenlijk die scène. Ik ben sowieso geïnteresseerd in verhalen. Ik zie niet echt mensen als alleen mens, ik zie de verhalen achter mensen als ik ze tegenkom. Daar heb ik altijd veel mee gewerkt, ook gekoppeld aan buurten in Amsterdam. Mensen die in een bepaalde buurt wonen hebben toch altijd wel iets gemeen.” Lies vertelt me dat ze in het verleden buurtkranten voor verschillende Amsterdamse buurten heeft gemaakt. Zo ook van Amsterdam-Noord, met het idee de Noorderlingen als een ruwe diamant in beeld en in woord te brengen. “Ik heb voor de krant naar personages gezocht en hun essentie geprobeerd te vangen,” zegt Aris.

De veelzijdige kunstenaar zat voorheen in Amsterdam-Zuid met haar atelier maar had vanaf het begin al een goed gevoel toen ze de werf bezocht als potentiële nieuwe plek. Ze vertelt levendig hoe ze uiteindelijk toch in de Treehouse terecht is gekomen: “Ik ben een beetje een gevoelsmens. Ik kwam hier voor het eerst kijken met mijn jongste zoon en toen liepen hier twee hanen rond. Dat is natuurlijk helemaal niet waarom je van atelier moet wisselen, maar ik vond het zo superleuk. Het voelt hier echt als een soort uitspanning. Ik was gelijk voor deze plek gevallen, mensen waren allemaal onwijs aardig tegen elkaar dus ik dacht gelijk dit moet ik doen.”

Wat ik heel graag wil is dat mensen kunst minder op een voetstuk gaan zetten

Ons gesprek bruist van het enthousiasme en gaat daarom alle kanten op. Door alle mooie verhalen over haar werk en de uitdagingen die zij tegenkomt als kunstenaar was het soms moeilijk voor mij om niet af te dwalen. We hebben het na een verhaal over de moeilijkheden binnen fondswerving voor kunstprojecten over hoe Lies Aris invulling geeft aan de NDSM-werf. Ze heeft eerder gewerkt aan projecten op andere plekken in Amsterdam die te maken hadden met de publieke ruimte. Zo maakte ze het filmproject Paradise Lost, waarvan de oorsprong lag in het Bijbelse verhaal van Adam en Eva. Ze herschreef dit verhaal vanuit het gevoel van emancipatie en het willen benadrukken van contrasten. “In de Bijbel staat dat Eva is geschapen uit de rib van Adam, een soort secundair dus. Ik heb Eva in mijn verhaal juist heel machtig gemaakt, op een paradijselijk eiland midden in een betonnen omgeving bij station Sloterdijk. Iedereen was daar welkom en niemand werd weggestuurd als ze iets verkeerd deden. Dat soort contrasten vind ik erg interessant, het is ook iets wat ik hier op de werf tegenkom.”

Als ik vraag wat de openbare ruimte van de werf voor haar betekent zie ik een glinstering in haar ogen en kijkt ze even naar buiten op haar uitzicht op de Load Out. “Ik merk dat er een soort afstand bestaat tussen mensen en kunst. Wat ik heel graag wil is dat mensen kunst minder op een voetstuk gaan zetten, dat het wat dichterbij komt. Ik vind het zelf ook altijd heel moeilijk als ik door het Stedelijk loop, vooral met beelden, dat ik ze niet even mag aanraken. Ik zie het terrein hier op de werf als één groot canvas, voor iedereen en dus inclusief. Ik zou het heel leuk vinden als hier iets zou komen met beelden die je mag aanraken of waar je in mag zitten en liggen. Het lijkt me ook heel leuk om nog een keer zo’n paradijs-eilandje te maken maar dan op de werf, deze omgeving leent zich daar heel goed voor.

We hebben het vervolgens over de pandemie en wat dat met haar heeft gedaan. Ze vertelde me dat het, naast dat het een periode was met veel uitdagingen, het ook een grote inspiratiebron was. Juist in combinatie met ruimte en de mensen die in de ruimte meespelen. “Ik ben de laatste tijd heel erg bezig met hoe mensen zich voelen en wat de fysieke afstand die we de laatste tijd moeten hanteren met dat gevoel doet. Ik heb bijvoorbeeld een tentoonstelling die er aan komt in april, een onderdeel van een groter project dat Do you feel me? heet, dat gaat over de situatie van nu: namelijk de fysieke afstand tussen mensen. Wat doet die afstand met mensen en kunstvormen, voelen we elkaar nog wel goed aan?”

Ik wil dat mensen weer gaan nadenken over fysieke nabijheid

Terwijl ze dit zegt ben ik me opeens erg bewust van de 2 meter lege ruimte die tussen onze stoelen zit. ”In dat kader ben ik voor de tentoonstelling in april bezig met het idee van knuffelbeelden,” gaat Lies verder, “Ik wil dat mensen weer gaan nadenken over fysieke nabijheid dus er komt onder anderen een groot hangend naakt en een hele grote poef waar je in kan liggen waar je lichaamsafdruk in blijft zitten.” Voor het grotere project Do you feel me? is Lies bezig met hoe verschillende disciplines een klap hebben gehad van het verplicht afstand moeten houden, en wat dat met hun kunst doet. Ze verteld bijvoorbeeld over een ex-directeur van het Circus Renz, die na het faillissement van het circus een vlooiencircus heeft gemaakt. Dat is echt het ultieme spelen met wat er fysiek helemaal niet is, want die vlooien zijn er natuurlijk niet. Zee vertelt ook over een mimespeler die speelt met ruimte, en een operazangeres die heel verdrietig is omdat ze haar publiek mist en dus afstand voelt. 

Als ons gesprek ten einde komt merk ik hoe enthousiast ik zelf ben geworden. Het idee dat publieke ruimte en kunst kunnen samenvloeien om zo kunst toegankelijker en aaibaarder te maken, smaakt verfrissend en past goed bij het karakter van de NDSM-werf. De manier waarom Aris vertelt en je meeneemt in haar maakproces werkt aanstekelijk. Ze is een werfer met een unieke kijk op de wereld die de toekomst positief inziet: “Ik heb hele goeie hoop. Ik ben ook wel een beetje een blije eikel hoor haha, maar ik denk echt dat het binnenkort weer veel beter wordt allemaal.” 

Benieuwd geworden naar het werk van Lies Aris? Check hier haar website. Klik hieronder om meer te weten te komen over haar aankomende tentoonstelling Do you feel me?  In galerie Cultural Speech Amsterdam:

DO YOU FEEL ME?

NDSM maakt gebruik van cookies. Bekijk ons privacy statement voor meer informatie.