In gesprek over Not Forever en (Un)monumenting met kunstenaar Rosa Sijben

Op 25 juni lanceerde Rosa Sijben haar werk Not Forever op de NDSM-werf in het kader van (Un)monumenting #2. We gingen met haar in gesprek over haar werk en haar visie op wat monumenten (volgens haar zouden moeten of kunnen) zijn in de context van kunst in de openbare ruimte.

De tentoonstelling reeks (Un)monumenting gaat over het concept van monumenten anno nu en wat die zouden moeten zijn, en wie dat bepaalt. In deze context probeert Rosa met Not Forever de veelzijdige ziel van de NDSM-werf tastbaar te maken met een groot ambigu object. Het object zal de komende twee maanden over de NDSM-werf zwerven, telkens onder de hoede van een andere werf gebruiker terwijl het beladen wordt met de overtuiging van die persoon over wat de ziel van de NDSM-werf is. 

Op een zonnige dag ontmoet ik Rosa in haar werkplaats in Amsterdam-Oost. Dit is een broedplaats in een voormalig schoolgebouw waar meerdere kunstenaars hun studio of atelier behuizen. We nemen plaats op het zonnige dakterras van het gebouw  en beginnen het gesprek over haar werk.

Rosa, toen Stichting NDSM-werf je vroeg om een werk te maken voor (Un)monumenting, wat ging er toen door je hoofd en hoe is het idee van dit werk ontstaan? Hoe is NDSM bij jouw werk terecht gekomen?

“Ik denk dat de vraag vanuit Stichting NDSM-werf mede kwam omdat ik betrokken ben geweest bij de organisatie van een demonstratie in Hoorn, waar ik ben opgegroeid, tegen een monument van Jan Pieterszoon Coen wat daar in de openbare ruimte staat. Ik vind het schandalig dat dat beeld daar nog steeds staat en dat het zo lang duurt voordat het weg wordt gehaald, als het überhaupt ooit weg wordt gehaald. Ik ben dus al een tijdje bezig met het concept van monumenten en wie er in de openbare ruimte gerepresenteerd moeten worden. Daarnaast heb ik in het verleden werk in de openbare ruimte gemaakt, bijvoorbeeld mijn werk Demo en Things you know, waardoor ik denk dat ik op de radar van Stichting NDSM-werf terecht ben gekomen. Toen kwam de vraag vanuit de Stichting of ik iets te doen met het idee van een monument op de NDSM-werf. Niet zo zeer om een monument te maken maar wel om op het idee van monumenten te reageren. Dat vond ik eerst heel lastig om verschillende redenen. Ten eerste is De NDSM-werf zo groots en uitgestrekt dat alles wat je erin neerzet een grote kans heeft om te verdwijnen. Ten tweede is de NDSM-werf al best een tijd bewoond is door kunstenaars en er is al zo veel daar gedaan. Ieder plekje is al zo vaak gebruikt om iets te vertonen dat ik het ook lastig vond om me daar in eerste instantie toe te verhouden.”

“Toen ben ik gaan nadenken over wat voor vorm dit werk moest hebben,” gaat Rosa verder, “Ik vind het prettig om mijn werk midden in de wereld te laten staan. Ik vind het soms makkelijker om iets op een bouwplaats te vertonen dan in een museum, terwijl in een museum krijgt iets juist heel veel aandacht. Maar op een bouwplaats is er veel meer een context waar je gebruik van kunt maken en op kunt reageren, waardoor je werk nog meer betekenis kan krijgen. Juist die wisselwerking vind ik vaak interessant, ik heb zelfs graag dat het een beetje een clash heeft of dat het een beetje het rare van kunst blootlegt: de contradictie tussen een hele praktische, functionele, directe realiteit en dat wat kunst is.

Vaste vorm willen geven aan iets wat ongrijpbaar is, wat de ziel van de NDSM-werf zou kunnen representeren.

Maar kunst is zelf tegelijkertijd ook iets heel basaals. Zelfs in een museum is het nog steeds een stuk gewicht dat naar die plek gebracht moet worden. Juist die aspecten vind ik vaak heel leuk aan kunst omdat het eigenlijk allemaal gewoon dingen zijn. Dat vergeten van de ‘dingigheid van kunst’, die neiging hebben we met onszelf soms ook. We beschouwen onszelf vaak enkel als subject, als iets wat symbolische waarde heeft en niet als iets wat alleen ruimte inneemt, als een object of een ding. Dat idee fascineert me, als je een schilderij in een museum helemaal uit elkaar zou halen zou je niet één stukje vinden waar de waarde van het werk in zit. Net zoals als je een persoon helemaal zou ontleden je niet één stukje tegenkomt waar de ziel of de identiteit in schuilt, het zit in je hele wezen.”

Dus hoe ben je dan uiteindelijk bij dit object uitgekomen?

“Wat ik mooi vind aan monumenten is dat ze iets wat je samen koestert tot iets materieels en tastbaars maken. Het idee voor dit werk gaat dus ook over het vaste vorm willen geven aan iets wat ongrijpbaar is, wat de ziel van de NDSM-werf zou kunnen representeren. Wat je daarmee ook gemakkelijk een onderwerp van gesprek kunt maken. Als er een discussie is over een standbeeld in Hoorn gaat dat niet alleen over dat standbeeld natuurlijk, maar ook over wat dat standbeeld representeert, het maakt het onderwerp concreet. Als je me zou vragen welk onderwerp dit werk concreet maakt? Dan is het dat wat de NDSM-werf op dit moment is, en als we op dezelfde manier doorgaan er zeer binnenkort niet meer zal zijn.

Het gaat over zorgzaamheid, en dat je dat samen moet doen, zorgdragen voor een plek

Dan heb ik het o.a. over klimaatverandering, maar ook over het feit dat gentrificatie aan de deur staat te kloppen en dat de NDSM-werf misschien wel verder gecommercialiseerd gaat worden en er steeds minder ruimte voor kunst gaat zijn. Daarom heb ik het werk Not Forever genoemd, ook naar aanleiding van een mooie quote van Sasha Pevak (curator en kunstenaar red.): ‘The monument becomes visible only when it is removed’.

“Wat ik ook graag wilde dat erin zat,” gaat Rosa verder, “is dat het gaat over zorgzaamheid, en dat je dat samen moet doen, zorgdragen voor een plek. Dus omdat het object zo groot is en je het niet in je eentje kunt verplaatsen, hebben de zorgdragers steeds meerdere mensen nodig om het naar binnen en naar buiten of naar een nieuwe plek te verplaatsen. Precies die stomme praktische consequenties, dat is denk ik waar het kunstwerk in gaat zitten. Dat is denk ik waar het moment ontstaat waar ik naar op zoek ben. Het uitlokken van de interactie, de dialoog en het gestuntel. Het is de bedoeling dat elke verzorger van het object een hun eigen invulling geven waardoor het object waarde krijgt. Het werk wordt gelanceerd op de 25 juni, maar ik denk dat het er dan in zekere zin nog niet is. Het object is er wel, maar juist de komende twee maanden verzamelen alle ervaringen die het meemaakt in het object, dat is wat bij elkaar wordt tot wat ik wil dat het is. ”

Je hebt in je materiaalkeuze ook het aspect van vergankelijkheid meegenomen, kun je daar wat meer over vertellen?

“Zeker, naast dat het in het concept van dit werk past, vind ik ook dat we als kunstenaars een verantwoordelijkheid moeten nemen in welke materialen we kiezen voor onze kunstwerken. Zeker voor een tijdelijk werk als dit, vind ik het belangrijk om me te oriënteren op wat voor materialen ik wellicht kan hergebruiken uit andere werken en wat voor materialen de minste impact hebben op het milieu. Zeker een werk als Not Forever, wat nota bene ook deels over klimaatverandering gaat, zou ik het hypocriet vinden om zelf daar een hele berg plastic voor op tafel te gooien. Daarom heb ik gekozen om materialen te gebruiken van het recent afgebroken gebouw van Sexyland. Ik vind het wel mooi dat er ook letterlijk een stukje NDSM-werf in zit. Dat komt natuurlijk niet alleen door Sexyland, maar ook door wat dat gebouw vroeger was.”

“Wat ik nog niet goed weet is wat er met de zwerfkei moet gebeuren na de twee maanden dat het werk actief is. Wat me daarin enigszins geruststelt is dat al het materiaal wat ik ervoor gebruikt heb, inclusief de schroeven, allemaal dingen zijn die al afval waren voordat het dit object werd. Dat sust mijn geweten enigszins. Ik ben ook benieuwd wat het dan is, wat het in betekenis is geworden. Ik denk dat de definitieve bestemming ook afhangt van wat het collectieve idee maakt van het object.” 

Rosa, hoe zie je kunst in de openbare ruimte, wat maakt het anders dan kunst in een museum of in een “binnen”?

“Het belangrijkste verschil is dat je in de openbare ruimte niet gevraagd hebt om kunst te zien, dat is iets waar je mee wordt geconfronteerd of je het nou wil of niet. Dat vind ik heel leuk aan kunst in de publieke ruimte, het integreert daardoor ook meer in het dagelijks leven dan veel andere kunst. Er is een bepaald kunstwerk dat ik zie op mijn weg naar huis iedere dag, en elke dag kijk ik er anders naar al naar gelang mijn eigen levensstaat en gemoedstoestand op dat moment. Het verandert van vorm, omdat mijn gedachten veranderen en er tijd voorbijgaat. Dat kan ook bij monumenten gebeuren, kijk maar naar Jan Pieterszoon Coen, de publieke opinie is aan het veranderen (hoewel er altijd al protesten tegen het beeld zijn geweest), terwijl het ding zelf er nog precies hetzelfde uit ziet. Wanneer iets in een museum staat wordt het ook weer anders bekeken. Dat vind ik interessant, hoe ruimte en tijd invloed hebben op de manier waarop we naar iets kijken.”

“Het is trouwens niet alleen zo dat kunst onderhevig is aan de invloed van de openbare ruimte,” gaat Rosa verder, “maar het kan ook juist de katalisator zijn waarvan een gesprek uitgaat of begint. In de ideale situatie is een werk niet alleen onderhevig aan omstandigheden van buitenaf maar kan het ook die omstandigheden beïnvloeden.” 

Wil jij meer weten over Rosa Sijben en haar werk? Check dan hier haar website. (Un)monumenting gaat door! Naast het al zichtbare werk Ademhaling van de Stad van kunstenaarscollectief Frerara op de NDSM Billboards, is ook de derde editie van deze tentoonstelling reeks in the making. Niets missen? Volg Stichting NDSM-werf op onze socials en schrijf je in voor onze nieuwsbrief waar we maandelijks het culturele programma op de NDSM-werf aan je verklappen:



NDSM maakt gebruik van cookies. Bekijk ons privacy statement voor meer informatie.