Aan de kade van de Ms. van Riemsdijkweg in Amsterdam-Noord dobberen drie compleet gestripte woonschepen. Een team van Woodies at Berlin, een bedrijf dat oude woonschepen opnieuw opbouwt, werkt aan hun interieurs: hier een slaapkamer, daar een keuken. De mannen zijn te zien aan de rechterkant, voordat de pont bij de halte NDSM-werf aanmeert.
Aan heel de kade zal, naar verwachting, vanaf dit najaar aan een nieuwe haven worden gewerkt. Woodies heeft namelijk het plan om hier de ‘duurzaamste stadshaven van Europa’ te bouwen.
Behalve voor de werkplaats van Woodies moet er onder andere ruimte komen voor een (elektrische) pendeldienst naar het Scheepvaartmuseum en een drijvend restaurant.
Oude pont
Het begon met een oude pont die Woodiesvoorman Huib Koel kocht van het GVB. Koel wilde die ombouwen tot een werkplaats en een winkel voor de meubels die Woodies ook maakt. Het bedrijf huurt nu een loods aan de Ms. van Riemsdijkweg, maar daarvan loopt het contract over vier jaar af.
De gemeente wil er op termijn appartementen bouwen. “Wij willen hier helemaal niet weg,” zegt Koel. “We hadden daarom bedacht van de pont de werkplaats te maken. Hij is groot genoeg en stabiel. Vanaf dat punt is het idee verder gegroeid. Je kunt zulke leuke dingen met dit gebied en verder was er nog geen plan voor dit water.”
Er zijn allerlei ideeën voor de nieuwe haven. Zo zou de klipper Stad Amsterdam er een ligplaats kunnen krijgen (er is nu geen blijvende plek voor tallships in Amsterdam), kan er een veerpont naar Vuurtoreneiland komen en kan Tres Hombres (duurzaam transport) er zijn thuishaven krijgen. Er is zelfs een voorzichtig plan voor een zwembad met gefilterd IJwater.
In totaal moet de haven die Kaap de Groene Hoop gaat heten een oppervlak van 10.000 vierkante meter beslaan. Voor de vaarroute van de GVB-pont is het allemaal geen obstakel. Die vaart nu ook al om het gebied van de beoogde haven heen.
Spoorloze blindganger
De gemeente reageerde enthousiast op de plannen en ging akkoord. Maar Koel stuitte vorig jaar wel op een niet te negeren probleem. “Ik ging de vergunning aanvragen en toen zeiden ze: er ligt daar wel een bom.”
Er zou een blindganger, een niet ontplofte bom, van 500 pond in het water bij de NDSM-werf liggen. Het explosief zou op 28 juli 1943 zijn afgeworpen. Niemand weet echter waar hij ligt. En het kan ook nog zijn dat hij er helemaal niet ligt. Maar mocht de bom er liggen en zou hij alsnog afgaan, dan kan hij de kade beschadigen.
Het explosievenonderzoeksbureau Reaseuro deed in 2015 onderzoek bij de werf en bracht het verdachte gebied in kaart. De kade aan de Ms. van Riemsdijkweg staat niet gemarkeerd als verdacht. “Dat is mooi, dachten wij,” zegt Koel. “Want voor de haven is er dus geen probleem.”
Op een kaart van een jaar later is het verdachte gebied echter verschoven en grenst het direct aan de kade: precies op de plek waar de haven moet komen. (Tekst loopt door onder afbeelding)
De bomverdenking maakt inzet van een duiker nodig voor elke paal die Woodies wil heien. De duiker controleert of ter plekke een bom ligt. Zo niet, dan geeft hij het gebied vrij.
De gemeente heeft aangeboden de kosten van het duiken te betalen, maar misschien moet er meer onderzoek komen als er te veel rotzooi op de bodem van het IJ ligt. Inmiddels is er een plan om sterkere heipalen (staal in plaats van hout) te plaatsen.
Daarvan zijn er minder nodig. Staal is dan wel weer duurder dan hout. Woodies weet niet opdraait voor die extra kosten. “We zijn bang dat het op ons wordt afgeschoven,” zegt Woodiesprojectmanager Floor Hoonhout.
Onzekere initiatieven
De kwesties rond heipalen en de bom kenmerken hoe de samenwerking met stadsdeel Noord en gemeente verloopt. Iedereen is enthousiast, maar er worden steeds ‘obstakels’ opgeworpen, zegt Hoonhout. “Er is niet vanaf het begin gezegd: ‘jullie moeten dit en dit regelen’. Elke keer zijn er nieuwe beren op de weg.”
Er is nog een probleem: de vergunning voor de haven is afgegeven voor vijf jaar en dan is er de ‘intentie’ om vijf jaar te verlengen. Nogal vrijblijvend voor het optuigen van een haven, vindt Woodies. De investeerder die de 100 meter lange steiger à 1 miljoen euro voor de tallships wil bekostigen, vindt dat ook.
Woodies stuit daarmee op dezelfde bezwaren die NDSM-directeur Kim Tuin ertoe hebben bewogen haar bedrijf te verhuizen. Het terrein staat op de planning voor stadsontwikkeling, maar er ligt weinig vast en daarmee is de situatie onzeker voor wie nú iets wil doen op die plek.
Koel laat zich er niet door ontmoedigen. Hij verwacht dit najaar de eerste paal in de grond te kunnen slaan en hoopt het zo leuk te maken dat de haven er over tien jaar nog ligt. “We zijn eigenlijk een klein bedrijf in een te grote broek. Maar het is zo’n leuke broek dat meer mensen mee zijn gaan doen, dus nou houden we ‘m met zijn allen aan. Alle animo is er. Het gaat wel lukken, maar we hebben een zet nodig.”
Waar is de 500-ponder?
Een mogelijk zoekgeraakte bom zoeken, is vreselijk lastig, zegt Henriette van Hoek, adviseur bodem bij de gemeente en gespecialiseerd in bommen uit de Tweede Wereldoorlog. “Je moet een gebied centimeter voor centimeter uitkammen.”
Noord is vaak gebombardeerd. Die bombardementen zijn nauwkeurig bijgehouden, maar volgens de administratie is bij de NDSM-werf één bom meer afgeworpen dan er is ontploft. Van Hoek: “De kans dat er überhaupt een bom ligt, is klein, maar doordat de administratie niet sluit, kunnen we niet zeggen dat hij er níet ligt.”
Van Hoek vertelt dat een aanvullend archiefonderzoek gaande is. Daarin worden luchtfoto’s vergeleken van voor en vlak na het bombardement. Op basis van die foto’s wordt bekeken of dit gebied blijvend vrijgegeven kan worden. Daarnaast wordt ook statistisch onderzoek gedaan. Van Hoek zegt dat Woodies hiervan op de hoogte is.
Het verschuiven van het verdachte gebied is volgens Van Hoek een fout van onderzoeksbureau Reaseuro. “Zij dachten dat de kade na de oorlog was opgeschoven door bouwwerkzaamheden. Dat is niet zo.”
De kosten zullen niet worden afgeschoven op Woodies zegt Van Hoek. “Bij verhuur van een terrein worden kosten niet op ondernemers verhaald.” Van Hoek vertelt dat het ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoek naar bommen uit de Tweede Wereldoorlog deels vergoedt.
Overigens is de kans dat iemand op een blindganger stuit en vervolgens overlijdt volgens Van Hoek kleiner dan de kans door bliksem getroffen te worden.